Yentl, bestuurslid van TC de Uithof, stond al te trappelen nog voordat de rest van tennissend Nederland wist dat de Champions League dit jaar onderdeel van het NSK Tennis zou zijn. Daar moést en zou ze aan mee doen. Op haar club.
Jacco Eltingh zei ooit: “Er zijn weinig sporten die zo intens en gevarieerd zijn als tennis”. En intens dat was het het afgelopen weekend tijdens het Nederlands Studenten Kampioenschap (NSK) Tennis zeker. Een weekend vol feestjes en wedstrijden. Alleen al op de afterparty zijn er 35 fusten doorheen gejast op tennisplaza. Van slapen kwam weinig terecht, maar toch wisten Mick (bij de heren) en Yentl (bij de dames) al hun tegenstanders van de baan te slaan in de Champions League.
Yentl, bestuurslid van TC de Uithof, stond al te trappelen nog voordat de rest van tennissend Nederland wist dat de Champions League dit jaar onderdeel van het NSK Tennis zou zijn. Daar moést en zou ze aan mee doen. Op haar club.
Yentl: “Ik had een realistische kans om afgevaardigde te worden. Het leek mij gewoon geweldig een soort van Davis-cup-achtige wedstrijd te spelen. In oktober zei ik al heel brutaal: ‘Ik ga het gewoon doen’ waarna de NSK-Cie (een ander woord voor een NSK-commissie) in eerste instantie vond dat we mijn 2 andere vrouwelijke teamgenoten ook de kans moesten geven. Toen ik het er met mijn teamgenoten over had, zeiden ze gelijk ‘Nou Yen, als jij het leuk vindt, moet jij dat toch gewoon doen!’”
“Dus ik dacht ‘Ik ga het gewoon doen, ik ga winnen.’ En dat zei ik niet met de gedachte dat ik de beste studententennisster van Nederland was, maar omdat ik geloofde dat ik kon.”
Yentl: “Vertrouw en geloof in jezelf! Niet alleen bij tennis, maar bij alles. O, en ik heb een goede forehand slice, hierdoor kan ik mijn tegenstander ontregelen.”
“Maar zonder de support van alle leden die mij kwamen aanmoedigen met liedjes en trommels had ik de finale nooit gewonnen. Na afloop hebben we er een mooi feestje van gemaakt op de club. Met de trofee in mijn ene hand en een biertje in de andere!”
Mick: “Met een ex-gymleraar als vader en een fanatiek sportende moeder kon het niet anders dat ik uiteindelijk veel op het sportveld te vinden zou zijn. Mijn liefde voor voetbal was trouwens ook groot, maar ik was gewoon niet echt een grootse speler. Dus het werd tennis. De drive om beter te worden heb ik denk ik van mijn moeder. Zij stond toen ze begon met squashen elke dag om 5 uur op de baan om snel beter te worden.”
Yentl: “Dat herken ik! Mijn ouders zijn echte tennissers in hart en nieren. Als baby namen ze me al mee naar de competitiedagen, toernooien en clubkampioenschappen. Ik ben opgegroeid op de tennisbaan. Ik krijg gewoon zoveel energie van tennissen dat ik naast speler ook trainer ben geworden en nu ook bezig ben met een studie Sport, Gezondheid en Management op de HAN. Mijn doel is om mijn tennispassie aan zo veel mogelijk mensen over te brengen.”
Mick: “Wat betreft de Champions League: in mijn geval was ik gewoon de ‘best of the rest’. Er lopen een paar betere gasten rond bij Passing Shot, maar die zijn dusdanig goed dat ze andere toernooien hadden. Zo zat voormalig NSK-kampioen Bart in Tsjechië, dus kon ik laten zien waar ik goed in ben. En dat terwijl ik de viering en de overwinning omgedraaid had. Je komt naar het NSK om te feesten en dit was 2 nachten erg goed gelukt. Na die 2 nachten en alle wedstrijden zat er nog maar één ding op: slapen.”
Mick: “Ja, nog steeds hoor. Dat lijkt me het mooiste wat er is. Maar ik heb nooit de illusie gehad iets te bereiken . Op mijn veertiende kwam ik voor het eerst op de jeugdranglijst omdat ik 6-0 6-0 verloor, en vervolgens in de verliezersronde won van iemand die nog nooit had getennist. Eigenlijk ben ik pas sindsdien gaan trainen. Als ik in dit tempo progressie blijf boeken, word ik pas echt goed bij de veteranen! Spelen die ook op Wimbledon?”