Van vetpot tot schulden: studiefinanciering door de jaren heen

17 november 2023 Leestijd: 3 minuten

Zit jij al met een torenhoge studieschuld of kon je nog profiteren van de prestatiebeurs? De afgelopen decennia is er ontzettend veel veranderd in de wereld van de studiefinanciering en dat heeft soms voor de nodige ophef gezorgd. Hoe de studiebeurs begon en hoe deze langzaamaan veranderde in een lening, lees je in deze tijdlijn. En hoe de studiefinanciering er in de toekomst uit komt te zien? Dat bepaal jij met je stem op 22 november!

Duo

1815: Het begin van de studiefinanciering

Ruim 200 jaar geleden ontstond de eerste vorm van een studiebeurs. Universiteiten mochten beurzen van 200 á 300 gulden per jaar uitdelen. Universiteiten mochten echter zelf kiezen naar welke studenten deze beurzen gingen, waardoor studeren een eliteding werd.

1924: Lenen wordt mogelijk

De studiebeurzen werden steeds lager, maar studenten konden daarnaast wel rentevrij gaan lenen. Steeds meer mensen vonden namelijk dat studeren een investering in jezelf is en geen verantwoordelijkheid van de overheid. Studeren bleef trouwens nog steeds vooral voor de rijken.

1956: Er komt een ingewikkelde studietoelage

Om studeren toegankelijker te maken, introduceerde de overheid in 1956 de studietoelage. Het bedrag dat een student kreeg was afhankelijk van o.a. het aantal kinderen in een gezin, de studieresultaten en het inkomen van de ouders. Dit geld ging overigens niet rechtstreeks naar de student, maar werd uitgekeerd in de vorm van een ‘kinderbijslag’. Ouders kregen een bedrag per kind en een studerend kind zorgde voor een hogere bijslag. Had je geen goede band met je ouders? Dan kon je dus wel fluiten naar je studiegeld.

1986: De Wet Studiefinanciering (WSF) wordt ingevoerd

In de jaren ’80 hadden studenten, recalcitrant als ze waren in die tijd, behoefte aan meer autonomie. Door de kinderbijslag hadden ouders namelijk nog veel invloed op de keuzes van hun studerende kinderen. Onder kabinet Lubbers I werd de WSF aangenomen, waardoor studenten voortaan hetzelfde bedrag ontvingen op hun eigen rekening. Deze beurs bestond uit 600 gulden (€473,90) per maand. De WSF was overigens niet alleen maar lang leve de lol. Als je langer dan zes jaar over je studie deed, werd je collegegeld namelijk met 40 procent verhoogd.

1991: Het studentenreisproduct wordt geboren

In 1991 besloot de overheid dat studenten gratis gebruik moesten kunnen maken van het openbaar vervoer. Om dit studentenreisproduct te kunnen betalen, moest wel de studiebeurs omlaag. Studenten mochten vervolgens 10 jaar gebruik maken van hun studentenreisproduct, zowel in het weekend als doordeweeks. Pas sinds 1994 moesten nieuwe studenten kiezen voor weekend- of week-ov.  

1996: De beurs wordt een prestatiebeurs

Om te voorkomen dat mensen hun studie niet zouden afmaken, kwam de overheid in 1996 met de prestatiebeurs. Het ontvangen geld werd hierdoor pas omgezet in een studiebeurs als de student op tijd afstudeerde. Dit was toen de duur van de opleiding plus twee jaar. Dat was overigens niet het enige wat strenger werd dat jaar; de duur van de studiebeurs werd ingekort van oneindig naar maximaal 4 jaar, tenzij je studie langer duurde.

2000: De WSF wordt opnieuw aangepast

Omdat veel langstudeerders in de knel kwamen, werd de prestatiebeurs versoepeld. Studenten kregen voortaan tien jaar om hun studie af te ronden voordat de beurs een lening werd. Het studentenreisproduct werd daarnaast beperkt tot de nominale studieduur plus één jaar. Dit laatste is nu nog steeds zo.

2012: Langstudeerboete komt en gaat

In 2012 werd, ondanks veel kritiek, een strenge langstudeerboete ingevoerd. Je kreeg voor je opleiding één uitloopjaar waar je gebruik van kon maken. Was je daarna nog niet klaar? Dan betaalde je per extra jaar dat je studeerde een boete van €3.063,-! Uiteraard werd hier gelijk tegen gedemonstreerd, waardoor de wet in datzelfde jaar nog (met terugwerkende kracht) werd afgeschaft.

2015: Invoering van het leenstelsel

Deze wijziging zullen de meesten van jullie wel kennen: in 2015 werd de basisbeurs officieel afgeschaft en het leenstelsel ingevoerd. Studenten konden hierdoor alleen nog maar gebruik maken van een studielening van maximaal €1.034,85 per maand. Daarnaast werd de aflostermijn verlengd naar 35 jaar in plaats van 15 jaar.

2022: Plannen herinvoering basisbeurs

Begin dit jaar gingen geruchten rond over het herintroduceren van de basisbeurs. Het 'leenstelsel'-experiment heeft namelijk voor veel studenten geleid tot torenhoge studieschulden. Studenten ervaren angst, prestatiedruk en een verminderde gemoedstoestand. Ook oud-studenten ondervinden problemen bij het afsluiten van een hypotheek voor hun huis vanwege hun schulden. De Tweede Kamer debatteert en in maart komt naar buiten: de basisbeurs voor het hoger onderwijs keert per september 2023 terug.

 

Het gaat om een bedrag van €255,- voor uitwonende studenten en €91,- voor thuiswonende studenten. De voorwaarde is dat zij binnen tien jaar hun studie afronden, anders wordt de beurs omgezet in een lening. Studenten die tussen beide stelsels hebben gestudeerd, ontvangen als 'gebaar' een compensatie van €1.400,- totaal (niet per jaar!!). De studenten zijn teleurgesteld in de bedragen en pleiten voor meer. Studerend Nederland wacht in spanning af... wat zal er in 2023 gebeuren?

2023: Basisbeurs terug van weggeweest, rente op studieschuld stijgt

Het is een veelbewogen jaar voor de studenten in 2023. In januari deelde het kabinet dat (oud)studenten na een jarenlange rentestand van 0% nu 0,46% rente over hun studieschuld moeten betalen. De onrust onder studenten groeit.

 

Gelukkig kunnen aankomende studenten en studenten die nog recht hebben op een prestatiebeurs wel iets vieren, want na 8 jaar is de basisbeurs weer terug! Vanaf september 2023 ontvangen zij als thuiswonende student €110,30 per maand en uitwonende student €439,20 (€274,90 + €164,30 als tijdelijke verhoging door de koopkrachtmaatregel) per maand. 

Waar een deel van de studenten nog staat te juichen omdat ze een basisbeurs krijgen, vormt bij een andere groep studenten een knoop in de maag. In oktober werd namelijk bekend dat de rente op studieschuld opnieuw verhoogd wordt van 0,46% naar 2,56%. Een flinke klap voor studenten die nog vallen onder het leenstelsel of oud-studenten die al een fikse schuld hadden. Deze groep moet nu per jaar honderden euro's meer betalen.

Verkiezingen

Of er de komende jaren iets gaat veranderen aan het huidige leenstelsel, hangt volledig af van het volgende kabinet. Lees jezelf goed in over welke partij wat belooft over de situatie van de studenten en ga op 22 november naar de stembus, want jouw stem telt!